Print het patroon zonder verschalen.

Knip zoals dit knipschema:

• Uit katoen: twee keer A, twee keer B, 1 keer C uit katoen. Markeer deel C op de goede kant van de stof.
• Uit vilt: 1 keer D in het rood, en twee tandenrijtjes in het wit.
• Verstevig C met vlieseline H630 of H640 maar laat de naadwaarde onverstevigd.
• Maak je een eend of een ander tandeloos dier? Dan knip je uiteraard geen tanden.

1 – Leg de tong (D) in het midden van een deel A en stik op 1 cm.

2 – Leg het andere deel A hier bovenop, goede kanten op elkaar, en stik op 1 cm: in het midden laat je een keergat dat zo breed is als de tong.

3 – Strijk de naadwaarde plat na 1 kant, zodat de niet-gestikte kant van de tong bovenaan ligt, zoals op de foto.

4 – Neem een deel B en strijk dubbel, met de verkeerde kanten van de stof op elkaar. Stik een tandenrijtje rondom beide lagen van deel B, op een paar mm van de rand. Knip het tandenrijtje bij, gelijk met de rand van deel B. Herhaal met het andere deel B. (Voor een dier zonder tanden strijk je het stofdeel dubbel, en gaat dan meteen naar stap 5.)

5 – Leg deel C op tafel met de versteviging naar onder en de goede kant naar boven. Leg beide delen B hier bovenop, met de tanden naar boven.

6 – Leg het stofdeel met de tong met de goede kant op de tanden, zodat de naad exact op de markeringen ligt, en speld vast.

7 – Draai het geheel om zodat de versteviging aan de bovenkant ligt, en stik rondom op 1 cm. Zorg ervoor dat je niet op de versteviging stikt. Knip daarna de naadwaarde bij in de scherpe bocht, zoals op de foto, maar niet in het midden waar de delen B ‘stoppen’.

8 – Keer het geheel voorzichtig door het keergat. Strijk daarna de naadwaarde in het keergat plat, zodat ze terug mooi plat onder de naadwaarde van de tong ligt.

9 – Leg de tong plat en doorstik het geheel exact in de naad. Je stik op deze manier het keergat dicht, en je maakt aan de achterkant een ‘vouwlijn’.

10 – Maak eventueel twee knoopjes vast aan een eindje elastiek, of naai de knoopjes aan de rand van een van de delen B.